Ontspoord motorenonderzoek
Natlab onderzoekers kwamen in contact met multinationals in binnen- en buitenland, maar vonden niet altijd aansluiting bij de Philips productdivisies zelf.
Het NatLab beoogde diversificatie van product en bedrijfsactiviteiten. In dit licht startte het onderzoek naar hete lucht of stirlingmotoren in 1937. De motor leek ideaal als generator voor radiozenders in geïsoleerde gebieden zonder elektriciteit. Al snel resulteerde samenwerking met het Shell laboratorium in Delft in de zogenaamde ´bungalow set´, een compacte generator.
Van een eigenstandige productdivisie kwam het niet. Het energiegebruik van radio´s daalde door toepassing van transistoren. Batterijen konden nu in de stroom voorzien. Het nut van de motoren leek verdwenen.
In 1958 blies gezamenlijk onderzoek met General Motors naar satellieten de idee van de sterling motor nieuw leven in. De idee strandde in 1966, het onderzoek niet. Mogelijke toepassingen van de motor als milieuvriendelijke aandrijving, bracht Philips onderzoekers in contact met de Duitse vrachtwagen- en busfabrikant MAN (1965), het Zweedse United Sterling (1969) en in een samenwerking tussen het Amerikaanse Ford en het Eindhovens


How to cite this page
Frank Veraart, 'Ontspoord motorenonderzoek ', Inventing Europe, http://www.inventingeurope.eu/story/motor-research-derailed
Sources
- Marc de Vries, 80 Years of Philips Research at the Philips Natuurkundig Laboratorium, 1914-1994, Pallas, Amsterdam, 2005