Het profijt van neutraliteit
Niet alleen tussen Europa en de Verenigde Staten kantelde de verhouding vanwege de oorlog, ook binnen Europa vonden verschuivingen plaats. Nieuwe producenten zorgden voor een nieuwe dynamiek. Een voorbeeld is dat van lampenfabriek Philips uit het neutrale Nederland.
Toen Nederlandse artsen tijdens de oorlog niet meer met hun kapotte buizen bij Duitse leveranciers terecht konden, wendden ze zich tot Philips - daar wist men wel raad met elektronica in glas. Directeur Gilles Holst van het onderzoekslab van Philips (het NatLab) raakte enthousiast en stelde zich hoogstpersoonlijk bij artsen van het Amsterdamse Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis op de hoogte van de techniek. Zo kwam Philips in aanraking met röntgen. Het betekende het begin van de medische tak, nog altijd een van de pijlers waarop de multinational rust.
Philips beschikte niet over het belangrijke Coolidge-octrooi, maar slaagde er toch in om de concurrentie aan te gaan met bedrijven als Siemens en Gaiffe-Gallot & Pillon, die wel Coolidge-buizen konden produceren. Dit dankte Philips aan twee sleutelinnovaties. De eerste was de Metalixbuis uit 1924, met zijn metalen huls die de behandelaars afschermde van de schadelijke straling. De tweede was de Rotalixbuis uit 1929, die opnames met een grotere intensiteit leverde.
Met deze sleutelinnovaties stelde Philips de verhoudingen binnen de Europese markt op scherp.


How to cite this page
Ad Maas, 'Het profijt van neutraliteit', Inventing Europe, http://www.inventingeurope.eu/story/profiting-from-neutrality
Sources
- I.J. Blanken, De ontwikkeling van de N.V. Philips’ gloeilampenfabriek tot elektrotechnisch concern [Geschiedenis van Philips Electronics N.V. Deel III (1922-1934)] (Leiden 1992)
- K. Boersma, ‘De ontwikkeling van röntgentechnologie in de beginjaren van Philips’ Natuurkundig Laboratorium’, in: NEHA-jaarboek 1999, pp. 291-318.